Hoewel de zaal een uur van tevoren opengaat, staat er al een lange slinger door de welkomsthal van TivoliVredenburg. Of men nou vooraan wil staan, of op een van de vele zitplaatsen rondom de vloer en het podium wil zitten, met gepaste spoed zoekt men zijn plek om de concertbeleving te kunnen optimaliseren. Langzaam druppelt de zaal vol. Hoewel de website vermeldt dat het concert om acht uur begint, komt de band een kwartiertje te laat het podium opgelopen. Maar dat mag de pret niet deren. Onder daverend applaus worden de Noren ontvangen.
We beginnen met Kvitravn. Het witte gordijn/hangsel achter de band wordt gebruikt als projectiescherm om de songs extra kracht bij te zetten. Daar past een witte raaf natuurlijk uitermate goed bij. Kvitravn betekent immers witte raaf. Het is niet alleen de titel van het vijfde studioalbum, maar ook de bijnaam van bandleider Einar Selvik. Zo introduceert het zestal zichzelf dus vanavond.
Opvallend is de professionalisering van de show. Dat begint al met de podiumaankleding. Met aandacht en oog voor detail staat het podium bijvoorbeeld vol met planten. Het geluid staat bovendien ontzettend strak en vol afgesteld. Het klinkt perfect zonder dat het klinisch is. Daar komt de lichtshow dan nog eens bij. Tactisch opgestelde schijnwerpers zorgen voor uitvergrote projecties van de verschillende bandleden. Het geeft een en ander een extra magisch effect.
Zoals we inmiddels wel weten brengt de band een geheel eigen instrumentarium mee. Daarbij zijn de brudevælte luðrs - enorme, historische Noordse blaasinstrumenten uit de bronstijd - de meest opvallende. Daarnaast horen we regelmatig de bukkehoorn (van de hoorn van een geit), maar ook de talharpa, skrammel en hardangerviool komen voorbij. De drums komen zoals altijd van lijstrommels. Het maakt het geheel allemaal extra authentiek en ritualistisch.
Extra intens zijn daarbij de donder- en bliksemmomenten halverwege Thurs (van het debuutlbum Runaljod - Gap Var Ginnunga uit 2009). De oerkreten worden visueel versterkt door ingenieus afgestelde stroboscopen uit verschillende hoeken. De daarop volgende monotone keelklank van Einar heeft daardoor extra impact.
De band rijgt de ene na de andere song aan elkaar, waarbij ook nummers van het begin volgend jaar te verschijnen album Birna voorbijkomen. Daarbij maakt vooral het in september als single verschenen Himinndotter indruk, maar Lyfjaberg en Hertan doen daar niet veel voor onder. Als Einar dan eindelijk de tijd neemt om het publiek toe te spreken, krijgt hij een imposant en daverend applaus waar hij zelf ook echt even stil van is. Hoewel hij veel van zijn teksten natuurlijk elke avond vertelt en het geheel daarmee wat ingestudeerd overkomt, is het toch duidelijk dat hij echt onder de indruk is. Zoiets kun je niet faken. Hij is oprecht geraakt door het aanhoudende gejoel, geapplaudisseer en gefluit. Hij vertelt dan ook dat hij ondanks alles nooit aan dit soort dingen kan wennen, en dat hij daar blij om is.
We weten dan dat Helvegen eraan komt. En zo geschiedde. Met het prachtige lied over het heenzingen van de doden naar het hiernamaals neemt Wardruna afscheid van ons en vice versa. Maar niet voordat de band andermaal op een daverend, niet aflatend applaus getrakteerd wordt. Het is slechts Einar zelf die hier een einde aan kan maken door het publiek daartoe te manen. Hij dankt vervolgens niet alleen zijn bandleden, maar ook de crew. Afsluitend speelt hij zijn solonummer Snake Pit Poetry om daarna voor een laatste keer applaus in ontvangst te nemen. Hij weet dat het geen zin heeft om te wachten tot het publiek klaar is. Dat gaat niet gebeuren. Hij zwaait dan een laatste keer dankbaar af. Zo komt er een einde aan een fantastische masterclass ritualistische darkfolk. De gelukkigen die een kaartje voor morgen hebben weten te bemachtigen, zullen ongetwijfeld nog zo'n magistraal kunststuk opgevoerd krijgen. Voor ons gewone stervelingen is het wachten tot de volgende keer. We kijken ernaar uit.
Meer foto's op www.basementonline.nl