Na een akoestisch tokkeltje mondt de instrumentale opener Night Vision via een 100% Dissection-riff met valse leadpartij uit in een modderig feedbackgeluid, waarna De Profundis op de nietige luisteraar losbeukt. Vinnige black/thrash is niet wat ik verwachtte, maar dit nummer is een welkome afwisseling in het ietwat eentonige oeuvre van de garde stinkende duivelsaanbidders. Wat direct opvalt is de plastic galmbak die Watain als productie heeft gekozen na vier maanden studiotijd. De thrashy drums zijn zeer prominent aanwezig en de reverb op de toms en vocalen is eindeloos. Hierdoor zijn de orthodoxe gitaarpartijen soms erg moeilijk te definiren. Er ontstaat wel een dynamiek die er dikwijls voor zorgt dat het in mijn huiskamer begint te spoken.
Met Black Flames March gaat de nachtmerrie verder, want zo wil ik The Wild Hunt liefkozend omschrijven. Vrijwel alle nummers geven de indruk dat ze een muzikaal verhaal proberen te vertellen, Black Flames March vertelt ons een herosch verhaal over een hoger wezen waar de heren hun bestaan naar hebben ingericht. Tekstueel is het allemaal wat kinderachtig, maar dit nummer is een potentile klassieker.
All That May Bleed en The Child Must Die klinken vertrouwd, dit zijn de nummers die het dichtst bij Lawless Darkness liggen, al bestaat The Child Must Die grotendeels uit wederom schaamteloos gejatte Dissection-riffs. Hier verdient Watain meer dan ooit die kritiek, ondanks dat ook dit nummer een heerlijke drive heeft. Ik kan los, want voor Hey Rode On verdient Watain, ondanks de mooie melodie, een aanzienlijk hogere dosis kritiek. And There Will Be Your Heart Also, On Rode To Asa Bay en zelfs Bed Of Roses, drie nummers die je niet op een album van Watain wilt horen! Als zanger is Erik Danielsson van niveau Carl McCoy of Quorthon en komt hij niet in de buurt bij de klasse van Jon Bon Jovi. Waarschijnlijk zal Danielsson het als een compliment beschouwen, maar zijn nasale kinderstemmetje is gerasp op mijn trommelvliezen. Leuk nummer. Niet meer doen!
Sleepless Evil is weer een thrashy brok satanverering. De standaard riffs kan ik voornamelijk tolereren door het angstaanjagende jasje waar ze in gegoten zijn, maar op het titelnummer moet Watain weer overdreven leentjesbuur bij Bathory spelen om Danielsson dit maal nog veel gevoeliger uit de vocale hoek te kunnen laten komen. De typische solo is de kers op de taart. Je moet bijna respect hebben voor de herkenbaarheid van de gitaarriffs die Watain op dit album bij elkaar sprokkelt. Buiten de genoemde artiesten doet het geluidspalet mij ook meerdere malen denken aan Metallica en zelfs Queen. Wel moet ik bekennen dat de nummers dermate catchy zijn dat ik hier goed mee kan leven en Outlaw is weer zo'n heerlijke razernij dat ik alweer vergeten ben dat Watain mij zojuist aan twee ballads heeft onderworpen.
Ook afsluiter Holocaust Dawn bezit weer de kwaadaardige sfeer die het album naar een buitengewoon hoog niveau tilt en ondanks dat Ignem Veni Mittere een instrumentale poging om Where Dead Angels Lie nieuw leven in te blazen is, doet het laatste kwartier van The Wild Hunt mij de conclusie trekken dat Watain zich wel in de top van het extreme metal genre consolideert, maar de beste plaat waarschijnlijk nog niet heeft gemaakt. De band is buiten haar begrenzingen aan het treden en dat zorgt in het geval van The Wild Hunt voor een onsamenhangend album bestaande uit veel te veel overduidelijke invloeden van en enkele meesterlijke stukken duisternis.
Ik juich de nieuw gevonden inspiratie toe en kijk nu al reikhalzend uit naar de zesde langspeler, hopende dat ik die niet meer hoef af te doen met beter goed gejat dan slecht verzonnen. Say goodbye to the light...
Tracklist:
1. Night Vision
2. De Profundis
3. Black Flames March
4. All That May Bleed
5. The Child Must Die
6. They Rode On
7. Sleepless Evil
8. The Wild Hunt
9. Outlaw
10. Ignem Veni Mittere
11. Holocaust Dawn