Isle Of The Cross is een in 2018 in het leven geroepen project, waarvan componist Je Schneider de initirende kartrekker is. De multi-instrumentalist is de bedenker van het concept van Excelsis, is verantwoordelijk voor de productie, mix, master, heeft veel partijen ingespeeld en heeft een deel van de teksten gezongen. De Amerikaan uit Sonora krijgt hulp van gitarist Eric Gillette (vooral bekend vanwege zijn samenwerking met Neal Morse), de Zwitserse zangeres Diane Lee (Lost Journey) en de Italiaanse zanger Eric Castiglia (Darkness Tears, Till Die, ex-Sedna).
Schneider wil met Excelsis weleens wat in de metalhoek proberen. Hij heeft echter geen ervaring in het genre. Wel is hij met verschillende stijlen muziek opgegroeid, waaronder klassieke muziek, soundtracks en progrock. Jordan Rudess, Jon Lord en Keith Emerson behoren tot zijn favoriete toetsenisten en hij heeft weleens gedrumd in wat rockbands. Je hoort zijn achtergrond wel terug in de complexe composities, maar dit debuutalbum pakt een stuk steviger uit.
Noem het maar progressieve metal. Dream Theater en Symphony X zijn nooit ver weg, maar daar blijft het niet bij. In opener Sacrifice hoor je net als in The Wolf, Pt. II. Sanctuary het machinale en wiskundige aspect van Meshuggah en Devin Townsend, wat nog goed te behappen valt. Maar daarna komt Tartarus. Dat nummer heeft zowel industrial-elementen in zich als een passage met jarenzeventigrock (swingende ritmiek, (pan)fluit en akoestische gitaarpartijen). Creativiteit viert dus hoogtij op deze plaat.
In vrijwel elke track komt een verrassing voorbij. Zo hoor je in het bombastische Excelsis een klavecimbel en aan het einde een powermetalgedeelte met een synthesizer- en een gitaarsolo. Er komen een hoop ideen bij elkaar die echter niet altijd als een coherent geheel klinken. De partijen lijken bovendien los van elkaar te staan in de mix. De sterkste elementen binnen de songs zijn het gitaarspel, het drumwerk en de soundtracks. Het geheel is strak ingespeeld, met name de machinale ritmepartijen (beste voorbeeld: Empyrean), al zijn ze in het rustigere Breatheia niet op hun plaats.
Problemen zijn er ook op het vocale vlak. De zwakste schakel is de mannelijke zang. Met name de extreme zang is ondermaats. Deze is wat krachteloos. De cleane zang is wat beter, maar valt niet echt op. De overdreven zoete voordracht in de ballad Stars is bovendien een afknapper. De vocalen van Lee zijn daarentegen dik in orde. Haar operazang in het orkestrale Excelsis, dat wel iets heeft van Devin Townsend, had evenwel nog iets beter uitgelicht mogen worden.
De plaat vertelt het fictieve verhaal van twee geliefden die ondanks bedrog en moord elkaar zoeken om in het hiernamaals bij elkaar te komen. Het concept is echter moeilijk te volgen doordat het geheel van tekst en muziek onsamenhangend overkomt. Schneider experimenteert veel, maar weet de verschillende elementen niet altijd op een geslaagde manier bij elkaar te brengen. Slechts in fases weet hij de luisteraar erbij te houden. De genoemde grootheden doen dat echt veel beter. Deze spreekwoordelijke schoenmaker kan dus beter bij zijn leest blijven.
Tracklist:
1. Sacrifice
2. Tartarus
3. Excelsis
4. The Wolf, Pt. I. Invocation
5. The Wolf, Pt. II. Sanctuary
6. Stars
7. Empyrean
8. Paradigm
9. Breatheia
10. The 9th Circle, Pt. I. Caina
11. The 9th Circle, Pt. II. Judecca
12. The 9th Circle, Pt. III. Inferno