Ik ben gelukkig wel op tijd om n van de bands te bekijken waarvoor ik ben gekomen: Une Misre. Gezien de respons en de hoeveelheid fans met een bandshirt, blijk ik niet de enige te zijn. Dit is het eerste optreden van de IJslanders in Nederland sinds de release van het meest recente album Sermon (2019). De heren nemen ruim de tijd met een intro, maar vervolgens is de goede livereputatie ook vanavond al snel waargemaakt. Zo zien we vocalist Jn Mr sbjrnsson als een bezetene over het podium stuiteren. De verschillende invloeden van de band komen goed aan bod in de setlist. Zo horen we ongepolijste metalcore tijdens Failures, Condescend en Sermon. Na een golvende intro start het hypersnelle, grindcore-achtige Overlooked Disregarded. Wat een energie! Enkele toeschouwers denken vervolgens een cover van Slipknot te herkennen als het opzwepende Beaten is ingezet, maar het is toch echt de numetal-invloed die het gezelschap in zijn eigen muziek verwerkt. Dat dit nummer goed in de smaak valt vanavond blijkt uit het luide applaus. Met Damages, dat opgedragen is aan een overleden vriend, eindigt het vitale optreden van Une Misre. De band weet vanavond absoluut te imponeren.
Dat Bloodlet op het podium staat, is oprecht bijzonder te noemen. De band bestaat al sinds 1992, hoewel er meerdere inactieve tussenperioden zijn geweest. De invloed die de heren hebben gehad op andere bands uit die tijd is wellicht groter dan menigeen denkt. Sinds 2017 touren de heren weer, maar de activiteit van Bloodlet is in de studio niet terug te vinden. Het laatste materiaal is in 2002 verschenen. We zien dan ook wat oude rotten verschijnen op het toneel met, op vocalist Scott Angelacos na, de podiumpresentatie van een zak aardappelen. De mannen zijn ook de jongste niet meer. Op de uitvoering van de sludgecore is echter weinig af te dingen. Het hoge baardgehalte verraadt het logge karakter van de muziek, dat veel raakvlakken kent met Crowbar. Een aardig tussendoortje, maar wel eentje in de categorie van hetzelfde laken een pak. De heren hebben gelukkig ook niet het streven om origineel te zijn.
Voor een gehoorbeschadiging ben je vanavond op het juiste adres. De geluidsman van Fallujah vindt het wel verantwoord om de volumeknop op standje trommelvliesverkrachting te zetten. Nu heb ik daar nog wel vrede mee, maar het zorgt er ook voor dat de herkenbare elementen in de progressieve deathcore bij tijd en wijle niet te horen zijn. De jonge honden zijn ondanks deze kleine setting tot op het bot gemotiveerd. Gitarist Scott Castairs valt op door zijn vingervlugge gitaarwerk. De vijfkoppige band speelt met Ultraviolet, het rustig uitbouwende Dopamine, Eyes Like The Sun en Sanctuary vier nummers van het meest recente album Undying Light. De gelaagde muziek mag dan niet optimaal uit de boxen galmen, het is al snel te horen dat hier een kundige band op het podium staat. De strakke drumpartijen en melancholische ritmesectie weten indruk te maken. Aan het einde van de set horen we Cerebral Hybridization. De track is afkomstig van het album The Harvest Wombs (2011). Songtechnisch hoor je hierin, vergeleken met het nieuwe materiaal, overduidelijk de stap die Fallujah heeft gezet met beter geproportioneerde nummers. Met de overweldigende muur van geluid kunnen de meeste bezoekers wel uit de voeten. Volgende ronde een iets lager volume graag.
Uiteindelijk blijft deze avond natuurlijk het feest van Darkest Hour. Helaas voor de band is dat met een kleine schare fans, aangezien enkele bezoekers al de weg richting de uitgang hebben gevonden. Voor ongeveer hondervijftig man starten de Amerikanen, zonder zich daar iets van aan te trekken, met een gezonde portie spelplezier aan een afwisselende setlist. Het geluid staat in vergelijking met Fallujah loepzuiver afgesteld. Het vijfkoppige gezelschap trapt af met het kenmerkende, melodieuze With A Thousand Words To Say But One. De dubbele basdrums staan lekker vet in de geluidsmix en samen met een energieke podiumprestatie van de andere bandleden is het vanaf dat moment al genieten geblazen. Met het razendsnelle Knife In The Safe Room brengt Darkest Hour een recenter nummer ten gehore. De handen van het enthousiaste publiek gaan vervolgens op elkaar voor een van de bekendste nummers: Demon(s), afkomstig van het album Deliver Us (2007). Van die plaat horen we halverwege de set ook Tunguska en A Paradox With Flies. Liefhebbers worden op die manier op hun wenken bediend. De gitaarsolo's laten tijdens Tunguska horen dat Darkest Hour nog steeds in topvorm is. De ervaring knalt werkelijk van het podium af en de vijftig minuten aan speeltijd zijn optimaal benut, aangezien de interactie tot het minimale is beperkt.
Misschien is dat ook wel typerend. Op een doordeweekse avond staat een meer dan degelijke metalband op het podium voor een (te) karig publiek, terwijl deze op basis van de muziek echt wel meer zou verdienen. Invloeden van In Flames en At The Gates liggen er vingerdik bovenop, maar Darkest Hour heeft de trein van het grote succes net gemist. Met The Mark Of The Judas passeert het rauwe geluid van het eerste volledige album de revue. Vocalist John Henry, die vanavond goed bij stem is, spreekt zijn oprechte blijdschap uit met de feestelijke aangelegenheid en bedankt het publiek voor de aanwezigheid. Het einde van de avond is in zicht, maar niet voordat er een ode uitgaat naar Dead Kennedys met de cover Nazi Punks Fuck Off. Het dubbele gitaarwerk giert vervolgens weer als een malle als Convalescence is ingezet. Een kleine toegift kan er nog wel vanaf en dus besluit Darkest Hour de compacte, bombastische set met oudje Tranquil. Een melodische eindknal van een kort maar krachtig optreden.
Setlist Darkest Hour:
1. With A Thousand Words To Say But One
2. Knife In The Safe Room
3. Demon(s)
4. An Epitaph
5. The Sadist Nation
6. Tunguska
7. A Paradox With Flies
8. The Mark Of The Judas
9. Man & Swine
10. Nazi Punks Fuck Off (Dead Kennedys-cover)
11. Convalescence
12. Tranquil
Setlist Fallujah:
1. Sapphire
2. Sanctuary
3. Ultraviolet
4. Carved From Stone
5. Eyes Like the Sun
6. Amber Gaze
7. Dopamine
8. Cerebral Hybridization
9. The Void Alone
Met dank aan Franc van der Pol voor de foto's.