Twintig edities! Er zijn weinig festivals die zover komen en als het aan Walters tomeloze inzet ligt, komt het einde voorlopig nog niet in zicht. Het is vanzelfsprekend dat Roadburn dit jaar weer iets speciaals moet worden en daarom staan er, behalve een once-in-a-lifetime-event als Skuggsj, ook optredens op het programma van speciale bands als Wardruna, Fields Of The Nephilim en The Heads. Roadburn blijft zichzelf opnieuw uitvinden. Het stonerfestijn van weleer is veranderd in een mekka voor liefhebbers van duistere, experimentele rock en metal, waarbij muzikale grenzen steeds verder vervagen. Van heinde en verre komen mensen op dit unieke festival af met haar zorgeloze en prachtige sfeer. Uiteraard zijn we van Metalfan.nl er weer bij om verslag te doen.
Donderdag 9 april:
Het programma op het hoofdpodium begint vandaag met de film Hrafninn Flgur (When The Raven Flies) uit 1984. De historische avonturenfilm (eerste deel van een trilogie) is geregisseerd door Hrafn Gunnlaugsson en door IJsland ingezonden voor een Oscar in de categorie beste buitenlandse film, maar wist niet in de prijzen te vallen. Het verhaal gaat over een Ier die de afslachting van een deel van zijn familie en de maagdenroof van zijn zusters door Noorse Vikingen wil gaan wreken. Hij spoort zijn zuster op in IJsland, maar zij heeft inmiddels een kind van de aanrander. Het verhaal is soms wat lastig te volgen, omdat de ondertiteling onderaan het scherm gedeeltelijk niet te volgen is.
Tijdens de film verzorgt de IJslandse formatie Slstafir de soundtrack van de film met (delen van) eigen nummers. De band is geruime tijd aan het spelen en is slechts op enkele momenten stil om de belangrijke momenten in de film uit te lichten. Muziek en cinema wisselen elkaar mooi af, gaan goed in elkaar over en vormen echt een geheel. Het eerste hoogtepunt van de dag is een feit en na afloop is er dan ook terecht veel waardering vanuit de zaal voor deze performance. (Jeffrey)
De eerste band die ik op het hoofdpodium meepik, is Russian Circles. Deze band maakt een combinatie van instrumentale post-rock en post-metal. Het geluid is prima afgesteld (niet te hard en zeer helder) en de nummers die de band de zaal inslingert, luisteren heerlijk weg, maar echt speciaal wordt het optreden niet. Het hoofdpodium blijkt toch iets te groot voor dit gezelschap en de nummers zijn net niet bijzonder genoeg om ook zonder frontman overeind te blijven. Russian Circles doet zijn ding en doet dat niet verkeerd, maar mist de emotie en finesse van een band als Explosions In The Sky of Long Distance Calling. Het is dan ook muziek die waarschijnlijk vooral op plaat, lekker relaxend in een goede fauteuil, tot zijn recht komt. (Rik)
Op het hoofdpodium staat Wovenhand te spelen. Er zijn aardig wat mensen die de moeite hebben genomen om naar de neo-folk te luisteren en te kijken. Opmerkelijk zijn de bijzondere danspasjes en uitdrukkingen van frontman David Eugene Edwards. Hij geheel links op het podium plaatsneemt en dat de rest van de band de andere kant bezet. Daardoor lijkt het alsof er een eenheid ontbreekt. De muziek weet desondanks aardig wat mensen te raken. Het pakt mij vandaag echter een stuk minder. Misschien omdat ik te ver weg sta of dat de muziek niet aan mij is besteed. Salome en Long Horn klinken wel goed, maar er zijn genoeg andere momenten waarop mijn aandacht niet vastgehouden wordt. (Jeffrey)
Eyehategod is als een goede vriend die je al een aantal jaren kent. Vroeger was de band zeer hecht en had je dagelijks contact. Daarna zag je elkaar wekelijks, maandelijks en vervolgens nog minder. Hoewel ik ze nog maar zelden zie of hoor, blijft het weerzien fijn. Ik voel me zelfs wat rot als ik zie dat de tijd zijn sporen heeft achtergelaten op de band. Het is solide, zoals ik verwachtte. Mike IX Williams lijkt wat dronken te zijn, maar wie is dat op dit moment niet? Het is wel vreemd om te zien dat hij vaak tussen de nummers door vraagt hoe het gaat. You guys allright? You look allright. Hij is verdacht vriendelijk vergeleken met hun show op Obscene Extreme, waar vooral de kreten fuck you en not giving a fuck klonken. Laten we er maar van uitgaan dat Nederlandse wiet een betere invloed op je heeft dan Tsjechische absinth. De show is goed. Het is een typisch best-off-optreden, waarbij ook een paar nieuwere nummers gespeeld worden, maar het draait om de klassiekers. Een keuze waar ik geen bezwaar tegen heb, ook al ben ik wel een klootzak met een mening. (Ville)
Na Eyehategod is er nog een band waar ik interesse in heb en dat is Bongripper. Bongripper speelt een albumset en dat houdt in dat Miserable volledig opgevoerd wordt. Een passende titel, want miserabel is het optreden zeker. Na dertig minuten van instrumentaal geruk ben ik er klaar mee. De interessante, rollende dynamiek, die ze hadden ten tijde van Satan Worshipping Doom, is ver weg en het lijkt erop dat de mannen het dronevirus opgelopen hebben. De mix is rampzalig. Het ziet er naar uit dat de agressie en de bezetenheid hen verlaten heeft en dat ze het vooral veilig spelen. Nee, niet veilig, zeg maar gerust truttig. Het doet me denken aan wat Fister eerder vandaag deed, maar zij voerden de snelheid nog op na vijftien minuten. Dat is hier niet het geval en daarom ben ik op zn zachtst gezegd teleurgesteld. Ik ken de hele catalogus van Bongripper, met uitzondering van deze plaat en dat zal na vandaag ook zo blijven. (Ville)
Hoewel mijn gezondheid me vandaag nog wat in de steek laat, voel ik me goed genoeg om slecht weer te trotseren. De eerste storm echter dient zich aan in Het Patronaat en de oorzaak is een duo uit Seattle waar ik erg bekend mee ben: Bell Witch. Als groot fan van hun debuut-lp en ooggetuige van hun verschrikkelijk gave optreden op Heavy Days In Doomstown in 2013, ben ik natuurlijk zo hongerig als een gier dat een smakelijk verrot karkas ziet liggen, om deze gasten te zien. Hun kolossale geluid bestaat alleen uit bas en drums. De bassist is ongelooflijk veelzijdig in de muziek. Bell Witch heeft wat geluidsproblemen in het begin, wat betekent dat de hogere noten verdrinken in de mix. Daarmee komt Bails Of Flesh niet goed uit de verf en dat nummer wordt ook niet volledig gespeeld. Hierna spelen ze onbekend materiaal. Het moet wel nieuw zijn, omdat ik het niet herken. Maar gelukkig merk ik dat ook dit mijn ogen nat maakt en mijn hart bijna stilstaat. Dit is geen muziek voor iemand die haast heeft, want de nummers doen er makkelijk tien minuten over om op te bouwen om vervolgens tot een emotionele climax te komen. Het is jammer dat de twee een kwartier eerder stoppen dan gepland is. Ze hebben meer dan genoeg tijd om af te sluiten met Beneath The Mask van het debuut, wat gemaakt is van een sample uit de film Masque Of The Red Death waar een spokende basslijn bij zit. Ach, het festival heeft de juiste aftrap gehad. (Ville)
Het optreden van SubRosa mag gerust tot een van de hoogtepunten van de donderdag gerekend worden. Naar deze band heb ik ontzettend uitgekeken. Terwijl buiten de rij tot aan de ingang van de 013 loopt, blazen Rebecca Vernon en Co. me compleet van mijn sokken. Wat een stem zeg! Ik word spontaan verliefd! Deze rode furie leidt haar band tot een totale overwinning. Ze zingt fel, maar loepzuiver. Bijgestaan door onder andere twee violisten vult de ene kraker na de andere deze prachtige zaal. Wat de meeslepende, melancholische doom betreft, is SubRosa echt een van de smaakmakers van dit moment. Het me vooral hopen naar een nieuw album, want More Constant Than The Gods is al weer twee jaar oud. Desondanks smaken songs als The Usher en Fat Of The Ram nog altijd goed. Ik mis nog Cosey Mo, maar dat verhindert niet dat ik Het Patronaat uitloop met een brede lach op mijn gezicht. (Ruud)
Al vroeg op de dag staat er een rij mensen voor Het Patronaat om binnen te komen. Er staat dan ook een aansprekende naam op het programma: Spidergawd, met Motorpsycho-leden Bent Sther en Kenneth Kapstad in de gelederen. Ze delen samen met een bassist en saxofonist het podium en doen dat op een bijzondere manier. De bassist staat namelijk achter het drumstel. De actieve drummer zit centraal vooraan het podium en aan weerszijden staan de zanger/gitarist en de saxofonist. Het is maar waar je je prettig bij voelt. Minder prettig is de temperatuur in de zaal. Het is bloedheet, maar dat weerhoudt de heren niet om vol gas te gaan. De stampvolle zaal komt dan ook al vroeg in beweging op de bluesy post-boogierock n roll van de Noren. Het knalt en rockt flink, maar het volume had wel wat lager mogen staan. Het geluid staat echt pijnlijk hard. Neemt niet weg dat de heren een geslaagd optreden geven. (Jeffrey)
Thou is precies wat je van ze mag verwachten: kwaadaardig, ziedend en maniakaal. Als ik in de zaal kom, is zanger Bryan Funck al bezig om ziedend heen en weer te bewegen en de longen uit zijn lijf te schreeuwen. Zijn ogen zijn als speldenknoppen van een handpop en weerspiegelen totale waanzin. Ik ben zelfs bang dat hij zichzelf zo gek maakt, dat hij zichzelf wat aandoet en niet meer uit de neerwaartse spiraal kan komen. Holy shit, deze gozer slaat gewoon op tilt! Ik vraag me af wat er allemaal in de Bayou gaande is, waardoor dit soort bands opkomen. Ik heb Thou niet meer gevolgd sinds Summit in 2010 verscheen. Inmiddels huilt mijn portemonnee: Oh, wee mij!. Kop dicht en leer ermee leven, reageer ik kwaad. (Ville)
Monolord komt deze maand met hun tweede album op de proppen en wat is nou een beter podium om deze te presenteren dan Roadburn? Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze Zweden al een tijdje op tour zijn met Salems Pot, dus exclusief wordt het sowieso niet. Toch hoor ik hier en daar al mensen fluisteren over waar deze band allemaal toe in staat is. Het soort doom metal wat ze maken, kan me over het algemeen wel bekoren, maar eenmaal op het podium valt het me toch wat tegen. Monolord doet zijn naam eer aan en klinkt daarmee toch vrij doorsnee. Dat het nog veel monotoner kan, zal Bongripper later op de dag nog bewijzen, maar Monolord doet eigenlijk niks wat echt bijzonder is. Het klinkt wel geinig en ik vermoed dat de populariteit vooral komt vanwege het feit dat ze met Thomas Jger een zanger hebben die wel degelijk kan zingen. (Ruud)
In Het Patronaat is het de beurt aan Kandodo ft. Robert Hampson. In het begin zijn de achtergrondbeelden interessanter dan de muziek, maar vanaf het tweede nummer laten velen zich meevoeren door de uitgesponnen, psychedelische, atmosferische rock. De heren, inclusief Robert Hampson (Loop) staan er wat stil bij, maar dat past bij de muziek. De projecties en de goede lichtshow vergoeden wat dat betreft veel. Op een paar wat langdradige jamsessie-achtige passages na weet de aan The Heads-gelinkte formatie een goede indruk te maken. (Jeffrey)
Oh wat baal ik van de lelijke overlappingen aan het begin van deze dag. Zeker als ik zie dat er in de avond weinig van mijn gading speelt. Op naar Mugstar dan maar. Dit bandje nam als allerlaatste deel aan de John Peel Sessions, voordat de beste man overleed. De link met The Heads wordt vaak gelegd. Mugstar zoekt steevast hun kraut- en spacerock de hogere sferen op, maar echte waardering wordt bij ondergetekende niet gevonden. De muziek is en blijft erg vrijblijvend en de psychedelische concurrenten van The Heads maken eenvoudig korte metten met Mugstar. (Ruud)
De eer om Roadburn 2015 in de Green Room te openen, is gevallen op The Tower. Het betreft helaas niet de psychedelische samenwerking tussen Boudewijn de Groot en Cuby + The Blizzards die eind jaren zestig plaats plaatsvond, maar een jong, Zweeds bandje. Ook dit viertal verkeert muzikaal in hogere sferen en presenteert voornamelijk het debuutalbum dat vorig jaar uitgebracht werd. Het is een leuke kennismaking, maar The Tower weet niet voortdurend interessant te blijven. Dat vermoeden had ik ook al toen ik thuis de band een kans gaf. Sommige nummers zijn erg standaard, terwijl andere best potentie hebben. Er zal nog hard aan creativiteit en een eigen geluid gewerkt moeten worden, wil The Tower ooit potten gaan breken. (Ruud)
De tweede band die vandaag op mijn programma staat, is Salem's Pot. De ster van dit gezelschap uit Zweden is snel rijzende. Het optreden van vanmiddag bewijst waarom. In een broeierig warme, volgepakte Green Room pakt Salem's Pot het publiek vanaf het begin in met zijn mengeling van stoffige Black Sabbath-riffs, psychedelische uitspattingen en aan Electric Wizard herinnerende zang. Frontman Knate betreedt het podium, gekleed in een ouderwetse soepjurk en met een soort 'Playboy Bunny'-oortjes. Het is geen gezicht, maar het leidt gelukkig niet af van de heerlijke muziek. Salem's Pot zal ongetwijfeld nieuwe zieltjes hebben gewonnen met spetterende live-vertolkingen van lange, uitgesponnen nummers als Creep Purple en Notting Hill. (Rik)
Godverdomme! Deze gasten gaan hard! De maniakale tempowisselingen met daarbij het zware basgeluid is alsof je in je gezicht geraakt wordt met een T-bone steak. Het komt er wel op neer dat ik Primitive Man erg tof vind. De magere drummer lijkt wel een beetje gesandwiched tussen zijn twee grote, stevige bandgenoten, maar deze gestoorde Latijns-Amerikaanse gozer levert wel een ijzersterk potje geroffel aan om zijn welgevoede kompanen in hun audiogeweld te ondersteunen. Dit is een band die in de gaten gehouden moet worden. Er zit een authentiek gevoel van geweld, haat en woede in de muziek. Precies op de manier waar ik zo dol op ben. Primitve Man doet het uitstekend wanneer het aankomt op tempos. Het is alsof ze nooit tevreden zijn en steeds maar weer sneller willen en de stukken in betere porties willen verdelen. Ik was van plan om hun lp te halen bij de merchandise, maar raakte afgeleid (lees: stoned). (Ville)
Uzala en SubRosa op een dag is simpelweg een feest voor liefhebbers van female-fronted doom metal. Uzala klinkt echter wel wat lieflijker dan zijn collega uit Salt Lake City en doet het verder zonder violen. Het zal dan ook niemand verrassen dat deze band een stuk directer klinkt. Uzala bracht eind 2013 het te weinig geprezen Tales Of Blood And Fire uit en speelt vandaag onder andere een nieuw nummer dat zeker naar meer smaakt. Verder bestaat een set voor een groot deel uit materiaal van hun laatste album. Complimenten voor de hoeveelheid geluid dat er uit dit drietal komt en wederom hebben we hier een band waarvan Walter er heel goed aan heeft gedaan om ze naar Roadburn te halen. Uzala sluit de sterke set af met Seven Veils, dat er live net zo goed ingaat als op de plaat. (Ruud)
Ken Mode is de volgende band die de aanwezigen in de Green Room mag proberen te overtuigen. En dat doet de Canadeze formatie uitstekend, zeker gezien het feit dat het een beetje een vreemde eend in de bijt is. De noiserock van de heren is lekker agressief en intens en dat vormt een groot contrast met de achtergrond, waarbij iemand uitgeblust op een bank zit. De formatie uit Winnipeg imponeert met zijn zeer actieve podiumpresentatie, rauwe gitaarsound en fuzzy basgeluid. De zanger schreeuwt zijn longen uit zijn lijf en weet de bezoekers op zijn hand te krijgen. Ken Mode zorgt met zijn georganiseerde chaos voor een welkome afwisseling. (Jeffrey)
Terwijl de grote zaal langzaam volstroomt om naar de performance van Solstafir te kijken, spoed ik mij al snel richting Stage01 - met afstand het kleinste zaaltje van de 013. Daar treedt de Amerikaanse postmetalformatie Minsk namelijk aan. Deze band heeft met zijn met tribal-invloeden doorspekte post-metal inmiddels een aardige naam weten op te bouwen en ik verwacht dan ook dat het zaaltje het bezoekersaantal helemaal niet aan zal kunnen. In de praktijk valt het gelukkig mee, waarschijnlijk omdat veel bezoekers nog onderweg zijn naar Tilburg. Minsk presenteert vandaag zijn langverwachte nieuwe album The Crash And The Draw, maar put ook uit ouder materiaal. Het geluid is redelijk goed, maar de sfeervolle, uit lange, instrumentale passages opgebouwde muziek van het gezelschap wil nog niet helemaal overkomen. (Rik)
De blacksludgeband Mortals uit Brooklyn, New York is het tweede collectief dat op Stage01 acte de prsence mag geven. De drie dames (waarvan er twee in de Slayer-coverband Slaywhore spelen) geven aan vereerd te zijn hier te mogen spelen en maken een gemotiveerde indruk. Met name de gitariste en de enthousiaste drumster Caryn Havlik (getooid met Vikinghelm) tonen zich zeer actief en trekken daarmee veel positieve aandacht van de goed gevulde zaal. Ook de bijzondere combinatie van de snellere black metal en de langzamere sludgepassages weet de aandacht goed vast te houden. Echter hoe hard Caryn ook ramt op haar drumstel, tijdens de snellere passages is de snaredrum nauwelijks te horen. Een ander minpuntje in vergelijking met het album Cursed To See The Future is de zang die er live niet helemaal uitkomt. Toch scoort Mortals een voldoende, vooral dankzij de enthousiaste performance. (Jeffrey)
Voor de wat rustigere muziek moet je vroeg in de avond in de Bat Cave zijn. Moaning Cities uit Brussel staat daar namelijk te spelen. Het viertal muzikanten brengt psychedelische rock n roll ten gehore in de stijl van The Doors en The Velvet Underground en doet dat aardig. Het zijn vooral nummers van het debuut Pathways Through The Sail die de setlist sieren, maar die weten me niet zo te overtuigen als op de plaat. Dat ligt vooral aan de zang die niet altijd zuiver is en daardoor de sfeervolle muziek wat tenietdoet. Er is wel applaus en waardering vanuit de half gevulde zaal, maar de Belgen maken geen onuitwisbare indruk. (Jeffrey)
"And now for something completely different." In het kleine zaaltje zit Scott H. Biram klaar met zijn gitaar om rauwe bluesrock ten gehore te brengen. De rocker uit Texas heeft weliswaar een jetlag, maar perst er toch een uur lang veel korte songs doorheen. Daarbij wisselt hij blues, metal, country en rock af. Er komt van alles voorbij, inclusief een deel van de Saxon-klassieker Ride Like The Wind. Er is veel in- en uitloop bij het optreden. Velen komen even kijken, maar verlaten de zaal na verloop van tijd. (Jeffrey)
De absolute verrassing van vandaag voor mij is Lazer/Wulf. Wat een energie, beleving en intensiteit brengt het drietal uit Georgia op de planken. De verbetenheid van de drummer, de fysieke accentuering van de off-beat tonen van de bassist en de intense moves van de zanger/gitarist blazen mij volledig van mijn sokken. Wat een geweldige performance! Ook de avontuurlijke en experimentele metal klinkt zeer overtuigend. Van jazz tot thrash, van prog tot funk, het vliegt alle kanten op. Lazer/Wulf is voor mij het hoogtepunt van de eerste dag Roadburn. (Jeffrey)
Na Bell Witch strompel ik door naar Cul de Sac waar Fister klaarstaat om de hel los te laten. Een wat langzame hel, maar toch. Deze band is, net als vele anderen, nog volkomen onbekend bij mij. Ik blijf hoe dan ook voor de eerste drie songs. Dat is mijn routine: vind ik het leuk, dan kijk ik het optreden af. Fisters drieluik is niet bepaald speciaal of avontuurlijk, al krijgen we het fijne, etterende rioolvuil te horen wat normaal is binnen dit genre. Ik moet toegeven dat ik het een stuk beter vind klinken wanneer tijdens het derde nummer het tempo omhoog gaat. De Disembowelment-achtige snelheidsexplosie is een welkome afwisseling na al het dronende gezwoeg. (Ville)
Ook dit jaar vormt het om de hoek van de 013 gelegen muziekcaf Cul De Sac het decor voor enkele kleinere bands, die de kans krijgen om zich hier voor een groter publiek te presenteren. Een van die bands is het Amerikaanse Marriages, een band die ongetwijfeld snel te groot zal zijn om hier te spelen. Met Greg Burns en Emma Ruth Rundle heeft Marriages twee leden van de geweldige postrockband Red Sparowes in de gelederen en het is ook in die hoek dat we de muziek van Marriages moeten plaatsen. Extra troef is dat Rundle hier ook de vocalen voor haar rekening neemt. Haar dromerige stemgeluid sluit mooi aan bij de sfeervolle post-rock van de band. Marriages geeft een uitstekend visitekaartje af. (Rik)
Terug richting Cul De Sac, waar het Tilburgse Verbum Verus aan een thuiswedstrijd mag beginnen. Verbum Verus bestaat uit drie leden van Sauron en maakt, eigenlijk in lijn met die band, razende black metal die het niet van sfeervolle passages of Cascadiaanse poespas moet hebben, maar van ongebreidelde agressie. Het geluid is niet bepaald loepzuiver, maar de furieuze en intense sfeer (nog eens versterkt door de sterke vocale prestaties van Eclipse en HerrAIDS) slaat goed over op het publiek. Hoewel ik eigenlijk van plan was om maar een paar nummers mee te pikken, blijf ik tot het einde van de set hangen, overtuigd door het materiaal. (Rik)
Pagina 1: donderdag 9 april
Pagina 2: vrijdag 10 april
Pagina 3: zaterdag 11 april
Pagina 4: zondag 12 april