Als de weersvoorspellingen kloppen, gaan we een sauna-versie meemaken. Alleen al op onze heenreisdag is het 31 graden. Wij voelen ons gezegend met de airco in de vervoersmiddelen (vliegtuig, bus, trein en taxi) die ons naar het festival brengen. Ja, het is een hele onderneming om naar UK Techfest te gaan. Maar eenmaal ter plekke voelt het als thuiskomen. Organisator Simon Garrod heeft het met zijn team weer voor elkaar gebokst.
We schuiven aan op de preparty bij Ravenface. Met James Denton (No Sin Evades His Gaze) en Leah Woodward (Aliases) in de gelederen hebben ze al gauw de Tech-Family op de been. Met Cameron Spence (Novena) op drums is de thuiswedstrijd eigenlijk al bij voorbaat gewonnen. Het is slechts de warmte die het bezoekersaantal enigszins drukt. Maar wie er wel is, kan genieten van de technische hoogstandjes van een van de weinige vrouwen (Leah) die dit weekend op het toneel verschijnen. De brute brullen en dito podiumpresentatie van James maken het plaatje compleet. Metalcore zoals metalcore bedoeld is.
Het mij geheel onbekende Crystal Lake heeft een flinke reis achter de rug. In tegenstelling tot het gros van de bands op UK Techfest komt de band uit Japan. De heren tappen echter uit het welbekende metalcorevaatje. Toch zijn er heel wat fans op de been. Niet in de laatste plaats omdat de temperatuur eindelijk wat daalt. Er wordt zelfs gecrowdsurfd en uit volle borst meegezongen. Muzikaal is het wellicht niet spectaculair en zanger Ryo Kinoshita heeft behalve rap weinig trucjes in zijn assortiment, maar het slaat wel aan. De enthousiaste, jonge band weet zijn songs wel degelijk aan de man te brengen. Niet in de laatste plaats vanwege een goed opgezette, ijzersterke show.
Het is mooi om weer op UK Techfest te zijn. Het weerzien met vrienden en de gemoedelijke sfeer karakteriseren dit niche-festival. Een hechte familie die je maar n keer per jaar ziet. De Engelsen stijf en introvert? Onzin! De zon gaat onder, we nemen een lekkere maaltijd uit het enorme assortiment en begroeten oude en nieuwe bekenden. Maar, zoals later zal blijken, is er een opvallend aantal standaardbezoekers niet aanwezig. De influx van nieuwelingen viel vorig jaar al op, en die trend zet zich dit jaar duidelijk voort. De nominatie voor Best Event in de Metal Hammer Golden Gods en Best Festival in de Heavy Music Awards heeft het festival ongetwijfeld geen windeieren gelegd.
De headliner van de preparty is Heart Of A Coward. De doorgewinterde techmetalfanaat weet precies wat hem te wachten staat: Brute technische metal met een knipoog naar hardcore. Na zes jaar trouwe dienst droeg Jamie Graham het brulstokje over aan Kaan Tasan. De ogen zijn dan ook vooral op de nieuwe brulboei gericht. Kan hij het aan? Daar zal niet iedereen volmondig ja op zeggen. Zangtechnisch is er geen vuiltje aan de lucht. Sterker nog, ik zou zelfs durven beweren dat Kaan de betere zanger is van de twee. Maar qua podiumpresentatie valt er nog wel wat te verbeteren. Tenminste, als hij een kopie van zijn voorganger wil zijn. Er is niet echt iets mis met zijn show. Alleen daar waar James een overdonderende in-your-face-performance heeft, is Tasan gewoon beheerster. Het mag de feestvreugde in de zaal echter niet drukken. Wat dat betreft is 'HOAC' een mooie afsluiter van de preparty.
Want de meeste bezoekers zullen waarschijnlijk gewoon op tijd naar bed gaan om nog enigszins fit te zijn voor de komende dagen. Dat verklaart ook waarom er bij de eerste band op de afterparty niet veel publiek op de been is. Of vindt men Of Virtue gewoon niet zo boeiend. Daar valt op zich wat voor te zeggen. Hoewel de band uit Lansing, Michigan al sinds 2009 aan de weg timmert, weet de band niet echt potten te breken. Het is ietwat beschamend als de zanger er vervolgens uitgezongen wordt door zijn eigen gitarist. Toch is er gaandeweg nog wel wat aanloop. Er wordt zelfs hier en daar een voorzichtige mosh geplaatst. Maar tot overmaat van ramp raakt de zanger zijn stem ietwat kwijt. Of is hij gewoon half buiten adem? Er is in ieder geval ruimte voor verbetering.
Vervolgens is het de beurt aan onze landgenoten van The Royal. Het zegt wat over de stand van zaken in de Nederlandse moderne metal als de enige inbreng op een festival als dit een plekje op de afterparty van de preparty is. We mogen dan hofleverancier zijn in female fronted metal, maar dit is ronduit treurig. Het vijftal kwijt zich echter netjes van zijn taak. De energie spat ervanaf. De aanloop getuigt van waardering. En terecht. De sound en performance zijn een stuk volwassener dan die van Of Virtue. Dat kunnen ze mooi in hun zak steken. Dit zou niet misstaan op een van de reguliere dagen. Volgend jaar misschien, Simon?