Opvallend is dat er vanaf de aanvangstijd al redelijk wat mensen aanwezig zijn in de Rijssense discotheek. Van tevoren zijn er tussen de vijf- en zeshonderd kaarten verkocht. Een gevarieerde line-up trekt doorgaans een gevarieerd publiek en dat is vandaag niet anders. Hoewel er vooral liefhebbers van thrash en speed metal rondlopen, zijn er ook flink wat fans van extreme metal op komen dagen. Zij kunnen zich deze zaterdag vooral vermaken in de kleine zaal, terwijl de bekendere bands in de grote zaal hun ding doen.
Het Gelderse Asgrauw mag het spits afbijten in de kleine zaal. Van tevoren vrees ik even voor de geluidskwaliteit, aangezien het zaaltje een min of meer gemproviseerde ruimte is, pal naast het grand caf van de discotheek. Gedurende de dag blijkt dat mijn zorgen ongegrond zijn. Het geluid klinkt in beide zalen redelijk tot goed. De sound van Asgrauw behoeft tijdens de show echter nog wat correcties, want de basgitaar overheerst alles. Best leuk om eens black metal met prominente bas te horen, maar de venijnige riffs van zanger/gitarist Vaal verzuipen enigszins in het totaalgeluid. Halverwege de show trekt het gelukkig wat bij. Wel zo prettig, want de tweede helft van het concert is wat mij betreft sterker dan de eerste. De band opent namelijk met een handvol snelle nummers van de twee albums Schijngestalten en Krater. Niet verkeerd, maar het gebrek aan variatie gaat uiteindelijk wat vervelen. Net wanneer het drietal wat dreigt in te kakken, gooien de mannen wat mid-tempo krakers in de strijd die het in de live-situatie wat beter doen. Slecht is het optreden allerminst. Met name de van Meslamtaea en Escutcheon bekende drummer Batr (oftewel Floris Velthuis) maakt een sterke indruk met zijn strakke en hier en daar imposant versierde stijl. De zangpartijen van de bassist en gitarist vind ik persoonlijk wat eentonig, maar gezien de reacties van het publiek storen de vocalen niet of nauwelijks. Wat ik zelf dan weer wat minder vind, is de afstandelijke houding van de band. Afgezien van de vuist die Vaal na elk nummer opsteekt, is er geen contact met de bezoekers. Vast erg black metal, net als de combinatie van modieuze kapsels, een korte broek en corpsepaint, maar het brengt publiek en band toch niet helemaal samen.
Het eveneens Nederlandse Disquiet is zo nu en dan te zien op de vaderlandse podia. Zodoende is de groep uit het westen van het land uitgegroeid tot een hecht collectief. Hoewel de mix van melodieuze death metal en stevige thrash niet al te origineel klinkt, is Disquiet wel een ideale liveband. Dat is vooral te danken aan de enthousiaste presentatie van de hyperactieve zanger Sean Maia. De brulboei zoekt in tegenstelling tot de kille strijders van Asgrauw continu contact met de zaal en dat levert de band veel positieve reacties op. Maar op de eerste plaats zijn het de lekkere Slayeriaanse songs die het gezelschap in een hoog tempo de kleine zaal in jaagt. Tel daarbij op dat het geluid prima is en de respons uitstekend. Disquiet kan en mag dus met een goed gevoel terugkijken op de show.
Wanneer de laatste tonen van Disquiet wegsterven, sluipt er wat chaos in de festivalplanning. De grote zaal is nog altijd niet open voor publiek en dat leidt hier en daar tot wat gemopper. Zeker omdat het wat krap wordt in de kleine zaal. Navraag leert dat de oorzaak bij hoofdprogramma Destruction ligt. De band is 's middags veel te laat gearriveerd en heeft kennelijk een pesthumeur. Op last van het management volgt er later in de middag eerst een uitgebreide soundcheck, voordat de deuren opengaan. Dat belooft niet veel goeds voor het hoofdbestanddeel van het festival.
Om die reden besluit de organisatie om het programma iets aan te passen. Zo mag Killing Cult Society eerder de planken op dat gepland, omdat Nervosa en de grote zaal nog niet gereed zijn. Door deze beslissing volgt er later op dag wat overlap, maar dat blijkt uiteindelijk mee te vallen. Het helpt bovendien dat Killing Cult Society goede zaken doet in de kleine zaal. De mix van brute hardcore, elektronische grapjes, beats en metal slaat in als een bom, mede door het uitstekende geluid en de woest briesende zanger. Hoewel ik zelf niet veel met de muziek van het gezelschap kan, moet ik toegeven dat de mannen een prima optreden weggeven. De hoeveelheid elektronica in de sound is vrij groot, maar door de punky energie van de muzikanten wordt de muziek nooit te klinisch.
Wanneer Killing Cult Society in de afrondende fase van de show zit, gaan dan eindelijk de deuren van de grote zaal open. Eindelijk, want daar spelen toch de groepen waar het gros van het publiek voor gekomen is. Of Nervosa daar ook bij hoort, is de vraag, want vrijwel niemand kent de Braziliaanse thrashband. Naar aanleiding van het optreden verwacht ik ook niet dat daar veel verandering in gaat komen. De drie dames bakken er namelijk helemaal niets van. Op plaat vind ik het drietal al clichmatig, rommelig en songtechnisch te simpel, maar wat de dames hier neerzetten grenst aan een wanprestatie. Dat is vooral te wijten aan de kersverse drummer Samantha Landa. Het lijkt soms wel alsof ze in haar eigen wereldje zit te spelen. Haar drumspel is onstrak en regelmatig komt ze binnen de toch niet al te ingewikkelde ritmes verkeerd uit. De drums staan bovendien vrij hard in de mix. Boze tongen beweren dat dit wel moet, omdat ze de gewoonte heeft vrij zacht op haar drumstel te slaan, maar dat kan ook een seksistisch grapje zijn. Haar collega's presteren overigens niet veel beter. De iele gitaarriffjes zijn weliswaar snel, maar saai en de zang is irritant. De bassiste had ook thuis kunnen blijven, want ze is het hele optreden nauwelijks te horen. Ik vrees dat Nervosa niet mee is gegaan vanwege muzikale kwaliteiten.
Muzikaler gaat het eraan toe tijdens Enforcer. De Zweden doen hun best, maar al snel heb ik het idee naar een ontzettend goedkoop gebeuren te kijken. Van de snor van de gitarist tot de huppelige podiumpresentatie van de zanger, het is allemaal te bedacht en te uitgekiend. Op het podium is geen greintje spontaniteit te vinden. Daarnaast vind ik het songmateriaal verre van bijzonder. Geloof me, ik kan prima uit de voeten met andere jonge, ouderwetse heavymetalbands als Portrait, Skull Fist of RAM, maar dit is echt drie keer niks. De riffs zijn fantasieloos, de tempo's irritant voorspelbaar en het verwijfde hoge stemmetje van Olof Wikstrand gaat na vijf minuten vervelen. Werkelijk niets aan Enforcer is eigen of ook maar enigszins spannend. Een deel van de bezoekers denkt daar anders over, maar als dit soort groepen in de toekomst de kar moet trekken, dan ben ik bijzonder bang voor het voortbestaan van ons geliefde genre. Dit zal dan wel voer zijn voor spandexfetisjisten en niet te doorgronden voor mij. Hoe dan ook, dikke teleurstelling en gauw vergeten, deze prut.
Die teleurstelling is gelukkig vlot voorbij als de Limburgers van Cirith Gorgor aantreden in de kleine zaal. De groep levert van alle bands die in de kleine zaal spelen de beste show af. Het blackmetalgezelschap beschikt immers over genoeg sterke songs om indruk te maken. Dat doen de mannen dan ook met zowel razende doch melodieuze nummers van het ijzersterke Visions Of Exalted Lucifer als wat ouder werk. Zo'n krachtpatser als Der Untergang hakt er heerlijk in, met grote dank aan de sinistere en bij vlagen woeste voordracht van zanger Rogier Janssen, al laat hij zich in de band liever Satanael noemen. Persoonlijk hoor ik het materiaal van deze toch wel ondergewaardeerde oudgedienden veel liever dan die van provinciegenoten Carach Angren. Cirith Gorgor weet met twee gitaren, een bas, drums en ijzingwekkende vocalen veel meer sfeer op te roepen dan de met keyboards overladen muziek van die andere bekende blackmetalband uit de Lage Landen. Kennelijk ben ik met die mening in de minderheid, maar dat interesseert me geen zak. Cirith Gorgor gaat er wat mij betreft met de dagprijs uit de kleine zaal vandoor.
Ik heb Flotsam And Jetsam de laatste jaren een keer of vier gezien en eigenlijk leveren de Amerikanen altijd kwaliteit. In Lucky is dat niet anders. De band krijgt helaas slechts vijftig minuten speeltijd, maar de mannen benutten die tijd ten volle. Zodanig dat ik geneigd ben te zeggen dat we met deze band het hoogtepunt van Lucky Rocks Metalfest te pakken hebben. Zo strak, energiek en fel heb ik de band uit Arizona nog niet eerder gehoord. Opvallender is hoe vet het nieuwe materiaal van het laatste album Flotsam And Jetsam uit de verf komt. Een track als Iron Maiden past moeiteloos tussen klassiekers als Desecrator, No Place For Disgrace en Hammerhead. Tevens spiekt de band middels het lekkere groovenummer Me ook nog even op het ondergewaardeerde Drift uit 1995. Ster van de show is zoals wel vaker de sympathieke en charismatische zanger Eric A.K. Knutson. De man is van alle markten thuis en bewijst dat vanavond opnieuw door loepzuiver, agressief en altijd melodieus uit de hoek te komen. A.K. is mijns inziens de beste zanger in het thrashgenre. Ik kan dan ook niet wachten tot Flotsam And Jetsam weer een keer terugkomt met een eigen tournee. Op deze manier kan deze topband nog vele jaren mee.
Ik geef direct toe dat ik met het Zutphense Izegrim weinig heb. De band komt altijd aardig over en de presentatie is bovenal sympathiek, maar de muziek raakt hier geen enkele gevoelige snaar. De mix van death en thrash metal gaat me het ene oor in en het andere weer uit. Gelukkig voor Izegrim bepaal ik de graad van succes niet. Er zijn immers genoeg mensen die wel genieten van deze eenheidsworst. Wel een strakke eenheidsworst overigens, want op een fout is de groep zelden te betrappen. Met de podiumpresentatie is weinig mis. Maar na een paar nummers begin ik me toch weer te ergeren aan het goedbedoelde gebrul van Marloes Voskuil en de eindeloos voortmalende gitaarriffjes. Fans van de band vinden het allemaal prima en als zij lol hebben, heb ik er geen enkele moeite mee.
Zoals eerder gezegd was Destruction 's ochtends met het verkeerde been uit bed gestapt. Gelukkig is de legendarische Duitse band wel zo professioneel om de boze bui niet mee te nemen het podium op. Het drietal gaat er direct lekker tegenaan met wat tracks van het kakelverse en erg sterke Under Attack. Onder meer het titelnummer van de plaat komt voorbij. Destruction ruimt echter altijd veel ruimte in voor klassiekers en in Lucky is dat niet anders. Wel zijn dat vaak dezelfde songs. Zodra een nieuwere klassieker als Nailed To Cross voorbijkomt en Mad Butcher wordt ingezet, vrees ik even dat het vanavond weer hetzelfde recept is. Grotendeels blijkt dat te kloppen, want The Butcher Strikes Back, Total Disaster en Eternal Ban komen allemaal braaf voorbij. Lekkere nummers hoor, maar de band heeft zoveel meer gave songs. Gelukkig ziet de groep rond de boomlange bassist Schmier dat zelf ook en gooit er twee verrassingen tegenaan. Allereerst het geweldige instrumentaaltje Thrash Attack, afkomstig van het eerste volledige album Infernal Overkill. Op zich is de keuze niet vreemd, want het nummer verscheen dit jaar in een opnieuw opgenomen versie op de gelimiteerde editie van Under Attack. Opmerkelijker is de aanwezigheid van het obscure Black Death in de set, slotsong van Infernal Overkill. Een bijzondere keuze, want naar eigen zeggen speelde de band het nummer nog nooit eerder live tijdens vroegere tours. Ook een gave keuze overigens, want het nummer blijkt live uitstekend te werken. De geniepig springerige riffjes van Mike Sifringer gaan hand in hand met het basgebulder van Schmier en laatstgenoemde blaft het nummer op bekende wijze vol. De volgende keer Confound Games of Confused Mind, mannen? Zo zijn er nog wel meer vergeten klassiekers uit de omvangrijke discografie van de Duitsers. Die komen helaas niet voorbij, maar de afwezigheid van deze nummers maakt de show niet per se minder. Destruction doet eigenlijk wat het altijd doet. Door het goede geluid en het prima spel komt de boodschap deze keer weer luid en duidelijk over.
Na Destruction mag Disabuse het podium van de kleine zaal nog op. Lucky gaat op hetzelfde moment open voor de wekelijkse zaterdagdisco en terwijl binnendruppelende zestienjarigen de vervaarlijk uitziende metalheads argwanend gadeslaan, gaat de Gelderse band er nog even tegenaan. Disabuse is opgeroepen als vervanger van Thanatos, dat door omstandigheden niet aanwezig kon zijn deze zaterdagavond. Voor mij persoonlijk jammer, want de death metal van de Rotterdammers vind ik zelf wat interessanter dan de energieke crossover van Disabuse. Niet dat Disabuse slecht is, zeker niet, maar Thanatos is de laatste jaren niet zo vaak te zien geweest. Zeker niet in het oosten van het land. Hoe dan ook, Disabuse blijkt een adequate vervanger. De band is sinds een jaar of twee weer bij elkaar en gaat er tegenaan alsof er in de bestaansgeschiedenis van bijna dertig jaar nooit een pauze is geweest. Net zo heavy en energiek als op Sorrow And Perdition uit 1989, waarop een verbond is gesloten tussen hardcore, thrash metal en harde punk. Mijn ding is het niet echt, maar dat Disabuse kwaliteit bezit, moge bekend zijn. Een prima plan om de Winterswijkers op te laten draven.
En zo eindigt de tweede editie van Lucky Rocks Metalfest. Een succes, als het aan Frank van der Pot van de Rijssense zaal ligt. "Weer een beetje beter dan de eerste editie. Dit is een weg die we zeker willen vervolgen." Dat er een vervolg komt, lijkt dus zeker. Maar voor het zover is, volgen er nog wat meer optredens die voor metalheads interessant zijn. Zo speelt op 9 december het Duitse Blind Guardian in Lucky, met in het voorprogramma 'ons' Cirrha Niva.
Met dank aan Henk Brouwer voor de foto's.